De eerste drie maanden na de geboorte heet het lam een zuiglam of melklam. Deze lammetjes lopen de eerste maanden bij de moeder en voeden zich hoofdzakelijke met moedermelk. Vanaf de derde maand smikkelen ze ook al een beetje gras en brood mee. Na ongeveer 4 maanden voeden de lammeren zich volledig zelf met het gras in het weiland en brood. Na deze periode heten de lammeren weidelam. Het vlees van een zuiglam herken je aan de licht rosé kleur van het vlees. Na de 4– 5 maanden krijgt het vlees een meer rode kleur. Een dier ouder dan 12 maanden heet een schaap.